Politiek correct zijn. Het is een term waar wij Nederlanders heel goed bekend mee zijn. Met een mix van culturen, en daarvoor katholieken en protestanten en van alles daar tussenin, is ‘ons gedragen’ ons met de paplepel ingegoten. Anders zouden we elkaar allemaal de kop in slaan, en daar wordt niemand beter van. En ergens is dat heel prettig. We zijn beleefd, we gaan naar verjaardagfeestjes waar we eigenlijk geen zin in hebben, maken tijd voor mensen waar we niet altijd op zitten te wachten, en maken complimentjes wanneer we ze niet menen. Dat is allemaal best vriendelijk, maar is het écht vriendelijk? Naar de ander en naar onszelf toe?
Natuurlijk heb ik het niet over om maar te pas en te onpas je oordeel uit te spreken. Daar zit niemand op te wachten en het kan onnodig kwetsend zijn. Maar het constant binnen houden van werkelijke gevoelens en meningen, daar word je geen beter mens van. En daar kan ik persoonlijk best over mee praten.
Aardig en vriendelijk willen zijn is prima, maar een deurmat worden is iets anders. Ik worstel daar nog best mee, na mijn boeddhistische avontuur. Positiviteit en liefde verspreiden is heel fijn, maar een kritische noot is ook nodig. Soms moet je iets hards zeggen omdat het juist het beste is – op dat moment – in plaats van ‘de lastige situatie ‘af te wimpelen met iets vriendelijks. ‘Zachte heelmeesters maken stinkende wonden’ is zo’n uitspraak waar ik me een lange tijd over verwonderd heb.
Het blijft desondanks lastig, en dat komt – in mijn geval – vaak omdat de stemmen in mijn hoofd me andere kanten op praten. We veroordelen onszelf, en dan blijft er geen sterke persoonlijkheid over om met de problemen van alle dag te delen. Ik weet nog dat mijn Zen leermeester mij het volgende prachtige advies gaf. Hij zei zoiets als; niemand dwingt mij tot het maken van een keuze. Als ik het nog niet weet, dan handel ik gewoon niet, totdat ik zelf overtuigd ben. Wat mensen daar ook van mogen vinden.
Dat is trouw blijven aan jezelf, dat is eerlijk.
Vandaag kwam ik op deze blogposts uit ‘The Complete Guide of not Giving a Fuck‘, dat zich helemaal richt op dit probleem. De jongen in kwestie staat ook zo in het leven, wil het graag goed doen, is gevoelig voor de meningen van anderen, eigenlijk voor ons allemaal wel herkenbaar niet? Hij trekt even hard van leer waarom we dit eigenlijk doen. De titel kan je misschien het idee geven dat je maar nergens meer om moet geven, maar dat is niet de essentie van het verhaal.
De essentie is dat je niet langer geeft om wat anderen van jou vinden op een manier die zelfdestructief is voor jouw eigen visie op je leven. Dat je meer jezelf durft te worden en durft te staan voor je principes, hoe mensen daar ook naar kijken. Maar dat je desondanks wel open blijft staan voor goed advies – vooral als het niet al te comfortabel aanvoelt – en de waarheid van wat je voelt en denkt durft uit te spreken. Alleen dan kun je namelijk jezelf transformeren. Het masker wat we van onszelf aanhouden, is comfortabel. Ons ware persona is dat niet. Dat is een veranderende energie, die we zelf vaak ook niet begrijpen.
Het gaat er bij dit verhaal dus niet om dat jij anderen verandert met wat je uitspreekt, maar dat jij verandert en je eigen – vaak vernauwde – blik op jezelf verruimd.
Alleen door echt eerlijk te leren zijn en ons uit te spreken naar anderen – en daarmee naar onszelf – te zijn, kunnen we groeien en bewuste, unieke mensen worden. En, neem jezelf niet al te serieus. Dat helpt ook. Echt.
Zie ook mijn post ‘Kruip uit je comfort zone‘