Ongetwijfeld ben ik niet de enige die richting het einde van het jaar – begin van het nieuwe jaar – als een idioot door het huis stormt om de boel op te ruimen.
Het zijn sowieso altijd wat rare rommelige dagen, en gezien ik het niet erg heb op vuurwerk, hang ik maar wat binnen rond met de kinderen. Ongemerkt komt er weer van alles binnen aan spulletjes en daarbij is het in een grotenmensenhuis toch soms verleidelijk om dingen even op zolder te parkeren.
Twee meisjes is qua het hergebruiken van spullen erg praktisch, maar ik had overal verschillende maatjes kleding liggen, en baby/dreumes speelgoed van Amber lag ook her en der verspreid. Ik was er helemaal klaar mee en ben alles netjes gaan sorteren in bakken. Het doel was om Amber’s bed omhoog te zetten zodat ik alle spullen onder haar bed kwijt kon die van haar zijn, maar nu pasten net de dozen die ik gekozen had, niet in de opening onder haar KURA bed. Heb ik weer.
Omdat ik toch in de stemming was, en mega brak van een paar uurtjes slaap na middernacht, ben ik doorgestoomd. De elektronica bak (je weet wel, al die kabels, adapters en stekkers van apparaten die je wellicht niet eens meer hebt), de gereedschapskist (kreeg ik af en toe niet eens meer dicht en wie heeft er een kwartet IKEA inbussleuteltjes nodig?), de keuken en de voorraadkast.
Ik betrapte me er wel op dat ik een deel van de spulletjes ook aan het verhuizen was van de ene plek naar de andere. Marie Kondo zat als een duiveltje op mijn schouder in te fluisteren dat dit niet de bedoeling is als je echt van een lading spullen af wil. En dat je eigenlijk ook geen nieuwe opbergdingen mag kopen omdat je waarschijnlijk al genoeg opbergruimte had. Kwam ik toch met drie opbergbakken thuis, waarvan ik me nu afvraag of het wel echt zo hard nodig was.
Stiekem merk ik dat ik soms zelf gehecht ben aan speelgoed dat ik voor de kinderen opgeknapt heb. Een jurkje wat ze niet graag draagt, maar ik zo schattig vind of iets wat ik gekregen heb maar eigenlijk nooit gebruik of niet mooi vind. Allemaal hobbels op de weg naar minder vaak je nek breken over spullen. Ik probeer daarom ook minder kringloopprojecten mee naar huis te slepen, want hoe leuk ik het ook vind om het op te knappen, er daarna afstand van nemen is niet altijd even makkelijk. Het enorme poppenhuis op zolder met een gigantische bult meubeltjes is er het bewijs van.
Als goed voornemen zijn Rick en ik druk bezig met het plannen van onze grote reis naar Japan eind dit jaar. Het verbaast me altijd dat je zo licht kunt reizen en dan thuiskomt in een huis volgepropt met spullen. Ooit woonden we op 23m2 – mopperde ik tegen hem – en kijk nou eens wat we allemaal om ons heen verzameld hebben. Ik vind het niet erg om spullen te hebben, maar het moet niet de overhand gaan nemen. Er zijn genoeg dingen die we ook kunnen lenen als de nood echt hoog is!
Zelf word ik echt chagrijnig van teveel meuk om me heen. Vriendin D. heeft er een leuk woord voor, ook als ze spullen krijgt waar ze niet op zit te wachten. Pommel (Pongel blijkt het op z’n Weerts te zijn) noemt ze het. Maar ik doe er zelf ook aan mee. Als ik weer eens een hobby op heb gepakt kan ik ook wel eens doorslaan in craft supplies (hallo wol! hallo scrapboekpapier en 101 mooie notitieboekjes!) en kan ik mezelf naderhand wel voor het hoofd slaan. Omdat ik denk dat onze twee meiden het vast leuk vinden om er later mee te knutselen, sla ik wat van mijn knutselspullen op, de rest geef ik door. En de wol moet eerst op aan andere projectjes. Maar ook dat betekent meer spullen. Ingewikkeld soms hoor. Die spullenluxe hier in het Westen.
Opruimwoede is voor mij echt een soort staat van zijn waarin ik inderdaad in woede door het het huis storm om alles van kant te krijgen. Is het pommel of sparkt het nog wat joy? Is het nodig? Heb ik het dubbel? Kan ik het lenen?
Na een dagje met lichte tegenzin opruimen voel ik me wel weer iets lichter. Iets vrijer. Maar nu ook leren om het vol te houden, want zo blijf ik bezig. Al moet ik me ook beseffen dat met (kleine) kinderen en weinig tijd, het vast nog wel even dweilen met de kraan open blijft.