In een wereld die zich richt op groei, groter, beter en meer, is het vaak geen populaire opmerking om minder te willen. Minder spullen, minder werken, minder noodzaak tot status symbolen. Wat me trouwens ineens aan dat bordspel, Levensweg, doet denken, waar je echt statussymbolen kon kopen om meer geld te kunnen ontvangen, in de vorm van dure auto’s, boten/jachten en huizen.
De meesten van ons die er bewust over nadenken hebben al wel een idee gekregen dat ‘meer, groei, groter en beter’ een prijs heeft.
Die prijs betalen we zelf in (geld)zorgen en stress, en de aarde in vervuiling, uitputting, ziekten bij zowel vee als landbouw. De ‘tiny house movement’ en minimalisme beginnen een nieuwe underground trends te worden. Met bladen als ‘Flow’ en ‘The Simple Things’ wordt eenvoud weer ‘cool’ in plaats van iets voor hippies en geitenwollensokken.
Treffend vond ik dit plaatje (via sustainablebabysteps), om te illustreren wat een gemiddeld, ruim koophuis je ongeveer (in dollars) kost:
Dat plaatje herinnert me altijd weer dat mijn eigen ideaal vrijheid en duurzaamheid is, en dat ik maar weinig nodig heb om die vrijheid te kunnen behouden. En dat onze wens om alles makkelijker, fijner en comfortabeler te maken in ons leven, ons ook vast snoert aan verplichtingen.
Maar ook vrijheid komt met een prijs. Het is namelijk veel gemakkelijker om jezelf te laten afleiden door mooie spullen, films, games, boeken en dromen van groter en beter. Echter, wanneer je allerhande overbodige dingen uit je leven kunt verwijderen, omdat je bewust genoeg geworden bent om te geloven dat je echt maar weinig nodig hebt, blijft er een soort leegte over. Je gelooft niet meer in dure horloges, auto’s of kleding. Je gelooft niet meer dat een carrière noodzakelijk is voor geluk. En daardoor heb je ook geen gigantisch huis meer nodig die al dat spul waaraan je je identiteit ontleent moet herbergen.
De vraag blijft, ook voor mij, over, wat wèl bijdraagt. Wat wel toevoegt. Dat is denk ik ook de kern van het hele verhaal. Wij leven in de ontzettende luxe dat alles binnen handbereik ligt. En zo kunnen we ons dag en nacht laten afleiden van de dingen die er werkelijk toedoen. Nog een nieuw project erbij. En ik maak me er ook schuldig aan, no worries. Het is menselijk. We willen creëren, bezig zijn…
Maar als alles dat ineens goed genoeg is. En je beseft dat je alles hebt wat je in feite nodig hebt. Dan komt er een ongemakkelijk gevoel los. Een gevoel van ‘is dit het nu?’ een gevoel van ‘waar wil ik in geloven?’ Dat is eigenlijk best onbehagelijk, en ik merk in mezelf een neiging om dan maar weer iets te gaan doen om dat onbehagen niet te voelen. Helaas weet ik door mijn zen studies precies dat dit gevoel van onbehagen aan de kern staat van wie ik werkelijk ben. En dat juist dat onbehagen, dat onzekere gevoel, hetgeen is waar we grotendeels aan proberen voorbij te gaan.
Dus probeer ik ermee in het reine te komen, dat onbehagen. Ik bekijk foto’s van mensen die in piepkleine tiny houses leven, en vanuit daar over het leven filosoferen. Een soort zelfgekozen retraite. Back to basic. Terug naar wie we werkelijk zijn.
Dat is voor mij de onderliggende rode draad van de hele beweging. Het is geen trend. Het is ook niet perse ‘cool’ of ‘slim’. Dat hoeft het ook niet te zijn. Je zou het bijna een noodzaak kunnen noemen. We hebben de hele piramide van Maslow al doorlopen. Dus blijft maar 1 ding over: spirituele/persoonlijke ontwikkeling. Onze plek in de wereld vinden. En dat vind ik een hele mooie beweging, vandaar dat ik er zo graag over blog.
Het houdt mezelf scherp. Natuurlijk heb ik ook wensen en dromen. Maar werkelijk geluk mag daar eigenlijk nooit van afhangen. Want als de ene droom vervuld is, dient de andere zich alweer aan…
Geïnteresseerd? Zin in wat inspiratie? Kijk eens op het blog becomingminimalist.com, Josua Becker schrijft er geweldige artikelen over (veel beter dan ik dat kan) en hieronder een paar voorbeelden van prachtige, knusse tiny homes: