“Hoewel het zien van iets moois dikwijls het verlangen oproept het te kopen, gaat het er ons misschien niet zozeer om te bezitten wat we mooi vinden als wel voor altijd aanspraak te kunnen maken op de intrinsieke eigenschappen die het belichamen. Het bezit van zo’n voorwerp kan helpen bij de verwezenlijking van de drang de deugden in ons op te nemen waarop het zinspeelt, maar we moeten niet denken dat die deugden automatisch of moeiteloos op ons overgaan doordat het ons eigendom is.
Proberen iets aan te schaffen wat we mooi vinden vinden zou in feite wel eens de meest fantasieloze manier kunnen zijn om met het verlangen om te gaan dat het bij ons oproept, net zoals pogingen met iemand naar bed te gaan waarschijnlijk de botste reactie vormen op een gevoel van verliefdheid. In ons diepste wezen streven we er niet naar de voorwerpen en plekken die ons met hun schoonheid raken te bezitten, maar er vanbinnen op te lijken.’
– uit ‘De Architectuur van het Geluk’ van Alain De Botton.
Ik was net weer verder aan het lezen in zijn boek en vond dit stuk perfect bij mijn vorige post aansluiten. Zelf was ik hier gisteren nog mee aan het stoeien, toen ik bij de Kruitvat ontzettend stond te twijfelen om twee mooie vaasjes te kopen waarvan ik wist dat ik er eigenlijk geen echte bestemming voor had, plus dat ik toch juist zo gespitst was op mìnder spullen vergaren?
Volgens Alain komt het blijkbaar omdat ik de intrinsieke waarde van het product zou willen verwezenlijken. In dit geval van twee glazen, kleine flesjes, aan de onderkant omrand met een soort metalen beslag. Er zaten twee kristalachtige dopjes op. De flesjes waren in mijn ogen elegant, eenvoudig en een toonbeeld van rust. Een soort inspiratie. Ik zat er over na te denken om ofwel mijn dagelijkse oliën erin te doen (die ik voor mijn gezicht gebruik) of ze ergens neer te zetten waar het zonlicht erop valt, met roosjes erin.
De flesjes hadden iets magisch, iets uit vervlogen tijden. Iets wat mijn fantasie prikkelde. Uiteindelijk besloot ik ze niet mee te nemen totdat ik zeker wist dat ik ze ook écht ging gebruiken. Er stonden er toch nog meer dan genoeg van. Mijn etherische oliën moeten eigenlijk gewoon in de saaie bruine flesjes bewaard worden die het licht zoveel mogelijk buitensluiten. En die roosjes? Tjah. Weer meer rommeltjes in huis.
Volgens Alain zou ik op zoek zijn naar de waarden die ik net noemde in mezelf, niet zozeer naar de producten zelf. Blijkbaar had ik dat ergens wel door, want ik stond wel een paar minuten te wikken en te wegen in de winkel. Ik had de flesjes niet nodig, maar ergens raakten ze me wel.
Dat zou betekenen dat ik op zoek naar elegantie en schoonheid ben, net zoals een mogelijke Happinez lezer zich kan verliezen in de prachtige items die geluk en schoonheid uit laten stralen.
Het is eigenlijk grappig. De manier waarop je winkelt en consumeert zou op die manier een basis kunnen zijn van een persoonlijkheidsschets, wat ook nog eens een veel praktischer en duidelijker beeld geeft dan theeblaadjes lezen of tarotkaarten leggen. Je bent wat je eet, wat je zegt ben je zelf en… wat je koopt hoop je zelf te worden?