Door wat surfen op het internet kwam ik ineens op dit filmje van Hans Sibbel (Lebbis), een stukje uit één van zijn voorstellingen, waarin hij het blad Happinez nogal te kakken zet (bij gebrek aan een beter woord). Ik ben niet altijd zo’n fan van cabaret, omdat ik de cabaretiers vaak te agressief en lomp vind. Mijn vriend, een grote Hans Teeuwen fan, smult er juist van en probeert mij te laten zien dat veel van de lompheid heel absurdistisch bedoeld is en juist dogma’s en vastgeroeste ideeën op de hak probeert te nemen.
Ook dit filmpje vind ik vrij kort door te bocht, maar ik kan niet ontkennen dat Hans wel een punt heeft. Ik vind de Happinez magazines prachtig: de artikelen zijn mooi en inspirerend, het beeldgebruik spreekt tot de verbeelding en de algemene sfeer van het blad kan me gauw tot rust brengen na een hectische dag. Toch heb ik me ook dikwijls geïrriteerd aan alle reclame in het blad, ook van Lòreal en Lacôme, bedrijven die volgens mij niet dierproefvrij zijn of een biologische/eerlijke handelswijze hebben. Beetje vreemd om dat in een mind-style magazine tegen te komen dat zich focust op een betere wereld. Ik snap daarnaast, met mijn eigen achtergrond in media & communicatie, ook wel wel dat zo’n fancy en glossy blad als Happinez ook ergens van betaald moet worden zodat het nog wel betaalbaar is voor de consument.
De vraag die bij me opkomt is ‘Moet een blad als Happinez zijn eigen visie verloochen en sponsors aantrekken die niet bij haar bedrijfsfilosofie passen om toch de ‘goede’ boodschap de wereld in te helpen?’ Is het middel beter of erger dan de kwaal? Het voelt ietwat hypocriet. Het is een soort dissonantie in het blad: er worden veelal dure producten aangeprezen, die – toegegeven – vaak van biologische en eerlijke oorspong zijn – maar toch als inleiding worden gebruikt in een blad wat hoofdzakelijk zou moeten gaan over gelukkig worden zonder gehechtheid aan materiële dingen. Daarnaast klopt het inderdaad dat veel artikelen in Happinez in tegenstrijd met elkaar zijn. Is dat verkeerd?
Dat is nog maar de vraag. Want als we eerlijk zijn, is ons hele leven één groot contrast. Waarom zouden we moeite doen voor dingen als we toch doodgaan aan het einde van de rit? Waarom zouden we ons best doen goede mensen te zijn als we niet eens weten of het aan het eind van ons leven uitmaakt? Juist wanneer het leven moeilijk wordt is het voor velen van ons een strijd om in iets hogers of mooiers te geloven. In God, in Boeddha of in universele liefde. Als je kind sterft, je vader aan kanker overlijdt of je partner ongeneeslijk ziek wordt, dan is het heel moeilijk om de schoonheid van het leven te blijven zien. Het leven is beeldschoon maar ook keihard. Er is leven. Er is dood.
De universele levensvragen ‘Waarom zijn we hier’ ‘Wat is het doel van ons/mijn leven?’ heeft ons sinds het begin van de mensheid gefascineerd. Nog steeds hebben we geen antwoord. Misschien bestaat dat antwoord ook niet en moeten we in onszelf een persoonlijk antwoord op die vraag proberen te vinden. Misschien gaat het juist om de juiste vragen te leren stellen.
Voor alle filosofiën en levenshoudingen is wel iets te zeggen, omdat zij zich verdiept hebben in deze vragen en daarom vind ik het persoonlijk juist goed dat Happinez verschillende invalshoeken gebruikt. Als ze dat niet zou doen dan zou het blad al gauw een dogmatische instelling krijgen: lijken te claimen dat ze de waarheid in pacht heeft. En die stelling heeft de mensheid al heel wat ellende bezorgd.
Eenvoud en minimalisme zijn prachtig en representeren idealen die ik zeker nastreef. De grap (en de contradictie) van eenvoud is, dat je juist de dingen die je wel hebt veel beter ziet. Ze vallen beter op. Een vrijwel lege kamer met zo’n prachtige Happinez lamp laat wel meteen een stuk vakmanschap zien waar je mogelijk dag in, dag uit van kan genieten.
Het kan een inspiratie zijn om een aantal mooie dingen om je heen te verzamelen die iets zeggen over wie jij bent. Dat kan ook ‘gewoon’ een bosje rozen zijn, of twee mooie kaarsen of een stukje kwarts wat je ergens neerzet. Waar minimalisten – in mijn ogen – tegen strijden, is rotzooi die niets met jou te maken heeft en daardoor je energie blokkeert. Want voor al die rotzooi moet je wel zorg dragen en het spul vraagt jouw aandacht, ook al zijn het een paar nanoseconden, als je er je blik over laat gaan.
Kortom: Hans heeft wel en niet gelijk. In mijn optiek snijdt hij de valkuil van materieel spiritualisme aan: de valkuil dat als je hebt wat er in de Happinez staat en je huis er zo uitziet, dat je dan gelukkig bent. En dat je vooral steeds gelukkig moet blijven en consumentisme je uiteindelijk geluk gaat brengen. Het gaat om jouw intentie. Uiteindelijk heb jij dat als consument zelf in de hand (gelukkig maar!). Of het nu de Happinez is of de Bijbel (excuus voor de mensen die dat een heftige vergelijking vinden), de verantwoordelijkheid over hoe je met de inhoud omgaat ligt uiteindelijk bij jezelf.
Zelf heb ik, na twee jaar een abonnement gehad te hebben op Happinez, mijn abonnement een tijdje terug opgezegd. Het blad vind ik prachtig, maar ik stel nu mijn eigen inspiratie samen op Internet, door websites als feedly en Pintrest. Helemaal gratis, en ik haal er precies uit wat ik nodig heb. Dat is ook een keuze. Dat brengt mij eenvoud, overzicht en – mogelijk – geluk. En dat is uiteindelijk de bedoeling. En die stapel prachtige Happinez? Die geef ik weer door. Aan een ander. Misschien dat Hans er nog een paar wil hebben voor zijn show.